
De brug: De brug heeft een hoge legger en een lage. Hier tussen worden allerlei oefeningen gedaan zoals kip,buikdraai voorover/achterover, Maar ook hurk/strek/hoek salto eraf. Vaak gebruik je bij het turnen magnesia, dat is wit poeder wat lijkt op krijt. Door dat poeder zijn de handen minder vochtig en heb je beter grip om de leggers vast te pakken. Ook worden er wel leertjes gebruikt voor beter grip.

De vloer: Op de vloer (een grote verende mat) wordt een oefening op gedaan. Vrouwen doen een oefening op muziek. In deze oefening zitten veel verschillende sprongen en acrobatische elementen zoals een overslag, salto of flickflack. Mannen doen het dezelfde, Alleen doen zij hun oefening niet op muziek en zitten er minder 'danspasjes' in.

De sprong: Bij de sprong heb je verschillende onderdelen. Zoals: Trampoline,pegasus en de kast. Voor de sprong heb je ook een lange aanloop nodig. En voor de landing een dikke mat.

De balk: De balk is een evenwichtsonderdeel en de meeste turnsters vinden de balk het moeilijkste onderdeel. Op de balk kan je dingen doen zoals een koprol,handstand en een radslag. Echte topturnsters kunnen een salto of een flickflack. Ook veel sprongen worden op de balk gedaan.
Maak jouw eigen website met JouwWeb